LPG kwam in Australië als kleinhandelsoptie in opkomst na de wereldoliecrisis van 1973. De federale regering van Australië begon het gebruik van autogas in 1981 aan te moedigen om redenen van energiezekerheid - het land is een belangrijke producent en exporteur van LPG, dat hoofdzakelijk wordt gewonnen uit de verwerking van aardgas - en luchtkwaliteit. De markt nam een hoge vlucht in de jaren negentig dankzij een combinatie van een nultaks op autogas en genereuze subsidies voor de ombouw van voertuigen. In 2006 heeft de regering haar inspanningen opgevoerd door directe subsidies te verlenen aan eigenaars die LPG-systemen in hun voertuigen installeerden of nieuwe LPG-modellen kochten. De verkoop van dual-fuel- en LPG-systemen op de vervangingsmarkt is sterk gestegen. Ford en Holden boden in de fabriek geïnstalleerde systemen aan op hun Falcon- en Commodore-modellen tot de lokale productie in 2016 werd stopgezet.

Deze maatregel om voertuigen om te bouwen voor het gebruik van Autogas, ingevoerd onder de Howard-regering, werd in 2014 ingetrokken, hoewel al in 2011 een accijns van 2,5 cent per liter (momenteel 1,36 cent per liter) werd ingevoerd die de LPG-kostenbesparingen voor bestuurders verminderde in een tijd waarin de brandstofefficiëntie van nieuwe benzine- en dieselvoertuigen verbeterde.

Daarom beschikt Australië over een van de beste LPG-aanvoernetwerken ter wereld, alsmede over een aanzienlijk wagenpark.

Australië telt momenteel 2366 tankstations die LPG aan het publiek te koop aanbieden, verspreid over het hele land.